De Razzia van ’44 bezongen

Tijdens de razzia werden zo’n 52.000 jonge mannen opgepakt en in Duitsland tewerkgesteld. Zij keerden na de oorlog terug naar een thuisfront dat de hongerwinter en zes maanden radiostilte heeft overleefd. Áls ze het al hadden overleefd (bijna vijfhonderd Rotterdammers haalden het niet). Degenen die wel thuiskwamen zwegen. Jaren later bleek hoe getraumatiseerd de mannen zijn teruggekomen. De liedjes en de moppen, geschreven in Duitsland om de moed erin te houden, vervullen thuis tijdens de Wederopbouw die functie niet meer. Hier zit niemand op hun zelfverzonnen amusement en weemoed te wachten. Hier moet gewerkt worden. Na het bombardement van Rotterdam is het de tweede grootste gebeurtenis in de recente geschiedenis van de stad.

De meeste van de liedjes die gespeeld worden, hebben vermoedelijk voor het laatst geklonken in een Duitse barak of bij een reünie kort na de oorlog.

Kamp Amersfoort was één van de grootste en meest beruchte Nederlandse kampen. Naar schatting werden er in de Tweede Wereldoorlog tienduizenden mensen opgesloten en vanuit hier gedeporteerd naar nazi-Duitsland, waaronder de mannen die tijdens de Rotterdamse razzia zijn afgevoerd. De voorstelling zal daarom naast Kantine Walhalla in Rotterdam ook in Theater de Lieve Vrouw in Amersfoort te zien zijn.

Aanleiding voor de voorstelling is de officiële onthulling van het Razzia-monument ter herdenking van de slachtoffers uit Rotterdam en Schiedam. Het monument, een kunstwerk gemaakt door Rotterdamse Anne Wenzel, is een initiatief van twee zoons van Rotterdamse dwangarbeiders: René Versluis en Jan Willem Cleijpool. Het komt in het plantsoen naast het Van Ommerenhaventje aan de Parkkade in Rotterdam en zal op 10 november 2023 onthuld worden.