Een ode aan het werk en leven van de Parijse taaltovenaar, kattenliefhebber, hobby astronoom, professor in de parafysica en archivaris Georges Perec. De Poezieboys onderzoeken alle taalvormen die Perec bedacht heeft en bedenken er zelf nog een paar bij.
Perec (1936 – 1982) was geen gewone schrijver. Perec had vreselijk veel moeite met schrijven, de witheid van het lege blad maakte hem bang. Daarom bedacht hij samen met andere schrijvers van het schrijverscollectief Oulipo verschillende taalspelletjes, semiwetenschappelijke formules en opdrachten.
Zo schreef hij een boek waarin de letter ‘e’ geen enkele keer voorkwam en een boek waarin de letter ‘e’ juist...
Een ode aan het werk en leven van de Parijse taaltovenaar, kattenliefhebber, hobby astronoom, professor in de parafysica en archivaris Georges Perec. De Poezieboys onderzoeken alle taalvormen die Perec bedacht heeft en bedenken er zelf nog een paar bij.
Perec (1936 – 1982) was geen gewone schrijver. Perec had vreselijk veel moeite met schrijven, de witheid van het lege blad maakte hem bang. Daarom bedacht hij samen met andere schrijvers van het schrijverscollectief Oulipo verschillende taalspelletjes, semiwetenschappelijke formules en opdrachten.
Zo schreef hij een boek waarin de letter ‘e’ geen enkele keer voorkwam en een boek waarin de letter ‘e’ juist de enige klinker was. Hij gaf zichzelf de opdracht een heel weekend lang op een plein in Parijs alles op te schrijven wat hij zag en in het boek De Duistere Winkel hield hij jarenlang zijn dromen bij.
“Wat een schitterende uitvinding is de mens! Hij kan in zijn handen blazen als hij die wil warmen en op zijn soep als die te warm is.” – Georges Perec.