Op een koude ochtend in februari arriveren de 12-jarige Niki en zijn familie bij het Kharkiv metrostation. Dit wordt hun schuilplaats voor de oorlog die buiten woedt. Voor Niki’s familie is daglicht synoniem aan gevaar, en de jongen leeft in het neonlicht van het metrostation, niet in staat om de schuilplaats te verlaten. Oneindig dwalend langs de legen metro’s en volle perrons, ontmoet hij de 11-jarige Vika, die ook in het metrostation schuilt. Terwijl ze steeds hechter worden vinden de kinderen samen de moed om de zon op te zoeken.